De vmbo-stage

Tijdens een vmbo-stage maak je kennis met het bedrijfsleven. Je doet werkervaring op en ontdekt wat je leuk vindt en waar je goed in bent. Dit helpt je bij het kiezen van een vervolgopleiding.

Stagebedrijf

Een vmbo-stage mag je bij elk bedrijf lopen, zolang het bedrijf wel zorgt dat je dagelijkse begeleiding krijgt. Het bedrijf hoeft geen erkend leerbedrijf te zijn.

Stageplan

Voordat je stage gaat lopen, schrijf je een stageplan. Hierin schrijf je over de volgende punten:

  • Het doel van de stage
  • Wat je gaat doen tijdens de stage (werkzaamheden)
  • Een planning van de werkzaamheden tijdens de stage
  • Wat je wilt leren tijdens de stage
  • Hoelang de stage duurt

Dit stageplan bespreek je met je mentor of decaan en het stagebedrijf.

Stageovereenkomst

Het belangrijk om schriftelijke afspraken te maken met het stagebedrijf. Deze afspraken staan in de stageovereenkomst. In de overeenkomst staan afspraken, zoals:

  • De begin- en einddatum van de stage
  • Het aantal uren dat je per week werkt
  • De regels van het stagebedrijf
  • De aansprakelijkheidsregeling (waarvoor ben jij verantwoordelijk?), je verzekering en de regels bij ziekte
  • Hoe je tijdens je stage wordt beoordeeld
  • De reiskosten- en stagevergoeding

Stagevergoeding

Het stagebedrijf is niet verplicht om je een stagevergoeding te betalen. Meestal krijg je wel een reiskostenvergoeding als je bijvoorbeeld ver moet reizen.


Hoe kan ik mij goed voorbereiden op mijn stage?

  • Schrijf een goede sollicitatiebrief. Met deze brief laat je aan het bedrijf weten dat je graag bij ze wilt stagelopen.
     
  • Maak een goede C.V.. In je C.V. staat wat je tot nu toe gedaan hebt. Het is een overzicht van je opleidingen, werkervaring en interesses. Je stuurt je C.V. mee met je sollicitatiebrief.
     
  • Bereid je voor op het sollicitatiegesprek. Voor dit gesprek word je uitgenodigd nadat het bedrijf je sollicitatiebrief heeft gelezen en interesse in je heeft.
     
  • Oefen vaardigheden die belangrijk zijn tijdens je stage, zoals praten, luisteren, schrijven en rekenen.